D2.8 Een perfecte pitch

Met pitchen ga je een ontmoeting aan met de ander. Je wilt de ander iets meegeven. Maar voordat de ander van jou iets wil aannemen, is het wel zo handig dat hij eerst een goed gevoel van je krijgt. Pas dan staat de ander open voor je boodschap!

Maar hoe de ander ook open staat voor je boodschap, hij moet er wel wat aan hebben. De ander is er op gespitst of het hem wel een bepaald voordeel zal geven en of jij de juiste persoon bent die hij nodig heeft.  Door de vraag te beantwoorden wie jij bent en wat je doet of gedaan hebt, kun je laten zien dat jij de specialist of expert bent die hij zoekt.

Om dat te benadrukken

  • Noem iets wat je boodschap onderschrijft of welke problemen jij kunt oplossen. Houd het bij 2 of 3 punten.
  • Laat vervolgens iets zien wat bewijst dat je inderdaad gekwalificeerd bent om deze problemen op te lossen
  • Zorg dat je iets vertelt wat jou onderscheidt van de rest, dan heeft het waarde!

Denk weer even aan de AIDA. Eerst de Aandacht vangen, dan Interesse opwekken en daarna een verlangen oproepen (Desire) waardoor er Actie ondernomen kan worden. De oproep tot actie komt dus nu en daarom vertel je hoe ze in contact met jou kunnen komen.

Het helder en overtuigend kunnen presenteren van jouw ideeën is één van de belangrijkste vaardigheden om te hebben en beheersen. Dát is wat jou kan onderscheiden van de rest. Dat is waarmee jij succes gaat hebben. Jouw idee, product of dienst kan nog zo goed zijn, als jij het niet helder en overtuigend weet te brengen, is de kans klein dat je echt zal bereiken wat je wilt!

Voor een goede pitch is het belangrijk dat je PRECIES weet wat je wilt gaan zeggen. En ook nog eens HOE je dit wilt zeggen, namelijk op een manier die rustig en ontspannen is. Een pitch moet bij jou passen want de ander voelt dan direct “dit is jouw verhaal!” Omdat het jou raakt, is de kans toegenomen dat de ander ook geraakt wordt door jouw persoonlijke verhaal. Het gewenste effect komt meer binnen handbereik.

En als je het verhaal zo’n beetje in je hoofd hebt, oefen dan zo vaak dat je het ook echt zo’n beetje in je hoofd hebt. En laat het dan weer los, want niets is zo krampachtig dan een verhaaltje opdreunen. Door het weer los te laten ontstaat er ruimte voor creativiteit, goede invallen en spontaniteit. Zo kan je zorgen dat je verhaal natuurlijk en enthousiast overkomt. Zo houd je het authentiek.

Waar het vaak fout gaat, is als je

  • teveel wilt vertellen in te weinig tijd
  • niet weet wat je publiek echt wil horen
  • geen structuur biedt in je verhaal. Structuur geeft houvast aan de luisteraar.
  • twijfelt hoe of je over gaat komen
  • te zenuwachtig en onzeker bent. Hierdoor geef je het gevoel aan de luisteraar dat je niet sterk achter je eigen verhaal staat. Een gevolg is ook dat je niet echt durft te zeggen of vragen wat je wilt.

Als je termen moet gaan uitleggen dan is je verhaal blijkbaar onduidelijk. Wàt wil je ècht zeggen? Zeg dàt en eventueel kun je dan nog de betrokken term noemen als je dat graag wilt. Maar elk moeilijk woord kan weer afleiden. Je wilt iets uitleggen, je punt maken maar niet de luisteraar onderwijzen over (beroeps-)terminologie (ook zo’n moeilijk woord :_) Merk je dat het afleidt? Laat dus vakjargon weg en je boodschap wordt helderder voor je luisteraar.