D2.0 Presenteren

First impression

Oftewel, is de eerste slag van je presentatie een daalder waard?

Dit gaat niet alleen over als je opkomt bij een lezing, maar ook de indruk die je al maakt als de toehoorders binnenkomen en ze zien jou nog bezig met de voorbereidingen (een en al gestrest?) of al pratend met de binnenkomers en hen welkom hetend.

Maar ook wat de eerste indruk is als iemand jouw folder of website voor het eerst ziet.

En ook als je toekomstige klant jouw huis/praktijk ziet. En is die indruk hetzelfde als hij binnenkomt? Dus komt de buitenkant en de binnenkant overeen met elkaar?

Vraag jezelf dus voortdurend af: Hoe komt het over? Hoe kom IK over?

Imago

Presenteren heeft alles te maken met imago. Imago is geen vies woord maar betekent niet meer en niet minder hoe jij overkomt op je publiek, jouw cliënten en toekomstige cliënten. Het is de beeldvorming van jouw publiek en bestaat uit de gevoelens en overtuigingen die zij  over jou heeft. Dit betekent ook dat je te maken kan hebben met vooroordelen die als het ware al op jou plakken nog voor je de toekomstige klant gezien hebt. Ik kan me nog die keren herinneren dat iemand erg teleurgesteld was dat ik geen geitenharenwollen sokken droeg of dat ik zwarte thee dronk. Vooroordelen kunnen totaal los staan van consequenties, want in het laatste voorbeeld dronk die persoon wel koffie, want dat was een natuurproduct.

Consequent

Ben je zelf consequent in de indrukken die je maakt? Maak je een hele flitsende en adequate indruk maar ligt op de vensterbanken het stof drie duimen dik? Ziet je website er strak uit en veelbelovend maar stinken je kleren naar rook als mensen binnenkomen of zitten er vlekken op? Of kauw je kauwgom tijdens het gesprek? Is je werkkamer een chaotisch bolwerk? Wat doet jouw indruk op de ander? Alhoewel een eerste indruk moeilijk te veranderen is, kan een goede indruk door iets kleins wel zeer snel kantelen. Wat zeggen ze ook al weer? Wat komt te voet en gaat te paard? Vertrouwen krijgen en behouden is wel degelijk een onderdeel van je imago.

Presentatievormen & Jij

Er zijn veel manieren om jezelf te presenteren. Een greep:

  • De voorkant van je praktijk (buitenkant)
  • Bij binnenkomst, je wachtkamer
  • Je toilet
  • Je werkkamer
  • De stoel waarop de cliënt mag zitten
  • In het gesprek. Ben je serieus, is er humor, kan er ook gelachen worden?
  • Je formulieren
  • Je kleding
  • Je auto (zeker als er reclame van jou op staat)
  • Je acties. Doe je wat je belooft?
  • Je visitekaartje
  • Je website
  • Je folder
  • Hoe jij je presenteert voor/tijdens/na een lezing
  • … En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Maar het belangrijkste hebben we hier nog niet genoemd: JIJ! Jij bent jouw visitekaartje. En niet alleen in hoe jij er uit ziet, maar vooral in de woorden die je gebruikt, je stem, hoe je beweegt, je gelaatsuitdrukking, je humor en je houding, je attitude. Zie ook B2.1 De markt – Communicatie en realiseer je opnieuw dat 55% van onze communicatie bepaald wordt door lichaamstaal en 38% door stemgebruik.

Rapport

Rapport (uitspraak: rappoor) is het contact wat je opbouwt en de verbinding die je legt tussen jou en je cliënt. Het is het vermogen om vanuit je eigen wereldbeeld (jouw idee hoe de wereld in elkaar zit) je in het beeld van de ander te verplaatsen (empathie). Doel van rapport is om de ander het gevoel te geven dat je hem begrijpt, met hem meeleeft en dat je een onderlinge band hebt. Je creëert een sfeer van wederzijdse betrokkenheid en vertrouwen. Het hebben van vertrouwen in de ander is een van de belangrijkste factoren in de communicatie.

Rapport kun je niet faken. Jouw lichaamstaal zal jou verraden als je doet alsof je de ander heel bijzonder of belangrijk vindt. Rapport opbouwen lijkt misschien op een soort toneelspelen maar dat is het niet. Zelfs een acteur moet rapport met zijn publiek opbouwen om overtuigend over te kunnen komen in zijn rol.

Rapport is belangrijk in jouw cliëntcontact, maar ook als je een presentatie voor een groep houdt. Het draait steeds om rapport, of het nu om het persoonlijke contact gaat, of dat je rapport via een andere weg probeert te maken, bijvoorbeeld via je huisstijl of je website.

Ga verder met D2.1 Huisstijl