B3.2  Kenmerken van een goede boodschap

Deze is:

  • Kort en bondig
  • Helder, aantrekkelijke vorm en prikkelend
  • Positief
  • Consistent
  • Consequent
  • Echt en persoonlijk
  • Transparant

Kort en bondig

Dat zullen we ook tegenkomen bij de gouden zin (zie hoofdstuk 13, Presentaties).
Als je wilt dat je boodschap duidelijk is en blijft hangen, houd ‘m kort en bondig.

Durf te kiezen. Focus aanbrengen maakt je uniek.
Wees niet alles voor iedereen, dan ben je voor niemand echt relevant.
En dat geldt ook voor je boodschap.
En weet je die advertentie nog over de open dag. Zie Klantgericht denken. Een ‘mooie’ ping-pong advertentie.

Helder, aantrekkelijke vorm en prikkelend

Hiervoor kun je het ezelsbrugje van de AIDA gebruiken. Nog steeds een beroemde opera van Verdi maar hier komt de toon totaal ergens anders te liggen.

A = Aandacht, opvallen
I   = Interesse opwekken
D = Desire, verlangen
A = Actie, activiteit

Dus met je boodschap wil je opvallen, de aandacht trekken, prikkelen zodat jouw publiek gaat zeggen: “He, dat is interessant. Hier wil ik meer van weten”.
En zo wordt het verlangen langzaam sterker tot “Ja, dit wil ik ook!” en ze grijpen naar de telefoon (actie) om meer informatie of misschien wel om een afpraak te maken.

Positief

Een boodschap is altijd positief gesteld. Zie ook de boodschap van Natuurmonumenten in B3.0, Mijn boodschap.

Consistent

Als je een duidelijke boodschap hebt, dan kom je die overal en sluitend tegen. Je logo bijvoorbeeld of jouw spreuk.
Je boodschap moet ook nergens tegengesproken worden. Alles wijst één bepaalde kant op.

Consequent

Kies je eenmaal, dan blijf je die toon ook voeren of laat je die kleur ook terugkomen. Draag consequent hetzelfde beeld uit.
Kies je ervoor om de klant met je aan te spreken, dan moet u ‘m niet opeens met u aanspreken.
Merk je het? Dat geeft verwarring. En elke vorm van irriatie die je oproept, brengt je verder van je doel vandaan.

Echt en persoonlijk

Komt de boodschap niet uit je hart, is deze te glad, de klant voelt dat. Hij prikt ook zo door reclamepraat heen.

Transparant

We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. Het moet gewoon helder zijn.

Waar

Dit zou je op twee manieren uit kunnen leggen. Allereerst moet je boodschap ook kloppen. Hij moet waar zijn.

Ten tweede telt de plek, want …

Je kunt jouw boodschap overal tegenkomen.

  • op je gevel in de vorm van een muurbord
  • op je visitekaartje
  • op je website
  • tijdens lezingen van jou
  • tijdens netwerken

Je kunt een boodschap inderdaad ook op een auto tegenkomen.
Maar is deze boodschap duidelijk?

Wat valt je op aan de boodschap op de auto hiernaast?

Wat je je kunt afvragen is wàt hij haalt en brengt. Bejaarden? Maaltijden? En wáár doet hij het?
En zou Henk 68 jaar zijn, zo’n type wat na zijn pensioen nog met een nieuwe carrière is begonnen of zou hij van 1968 zijn.
Er zitten nogal wat onduidelijkheden in deze boodschap verpakt.

Samenvatting

Je boodschap moet aansluiten bij je doelgroep. Wees en blijf klantgericht! Zorg dat je doelgroep zich herkent in je boodschap!

Opdracht

Wat is JOUW boodschap? Wat wil JIJ overbrengen en bij welke groep?
En hoe ga jij je boodschap overbrengen? Hoe laat je ‘m zien?

Zoek collega’s op en laat aan elkaar je boodschap zien. Is het je logo, je praktijkspreuk, iets anders?
Laat zien hoe je het overbrengt. Inspireer elkaar en laat je inspireren!