D3.1 Waar let je op?

Voorkeursplaatsen

Er zijn verschillende dingen te vertellen hoe een lezer een folder leest. Het is een soort scan die hij maakt waarbij  hij meestal diagonaal over het papier gaat en hij op de volgende zaken let:

  • Titel
    Deze geeft helder en duidelijk aan waar het om gaat. Als de titel de lezer niet aantrekt, wordt de hele folder al snel helemaal niet meer gelezen. De foldertitel leidt de oppervlakkige geïnteresseerde lezer de folder binnen.
  • Ondertitel en inleidende zin
    Ook deze zijn structurerend en oriënterend voor de lezer en worden vaak gelezen als de titel al aantrekkelijk gevonden werd en ook gelezen.
  • Kop en tussenkop
    Beiden zijn structurerend en ook oriënterend. Als de (tussen)koppen interessant klinken, gaat de lezer verder. Ze trekken dus mede de lezer de folder in.
  • Illustraties en onderschriften hierbij
    zijn heel belangrijk. Bijna niemand mist de illustraties. Ze hebben een zeer grote aantrekkingskracht.

Instappunten

De lezer bekijkt de folder nooit zo maar. Hij gebruikt instappunten om zich op die folder te oriënteren.

  • Foto’s en illustraties scoren het hoogst.
  • Fotobijschriften worden ook zeer goed gelezen.
  • Grote koppen scoren goed.
  • Lijnen, vlakken en kaders gaan nog wel om de aandacht te vangen.
  • Korte tekstdelen lukt ook nog wel.
  • Tussenkoppen weer wat minder
  • Platte tekst is helemaal het naadje. Een zeer kleine groep zal zich nog hierop richten.

De aantrekkingskracht van beelden

Welke beelden werken beter dan andere beelden?

Dus zoals je kunt zien, werken grote beelden beter dan kleine beelden. Vergelijk het zelf maar eens. Zoek een folder met kleine foto’s en een folder waarbij één foto gebruikt wordt maar die staat er wel mooi groot en fors op. Wat spreekt je meer aan?

Dat betekent dat vooral de sfeer van de folder belangrijk is. Je moet dus ook zorgen dat als de lezer de folder maar zeer oppervlakkig gelezen heeft, toch jouw boodschap blijft hangen. Een hele uitdaging!
Denk ook nog even aan wat er van de communicatie vooral overkomt, zie B2.1De markt-Communicatie. Dus 55% is lichaamstaal. Dat is de energie, dat is de sfeer en de uitstraling.

Vorm

Deze kies je als je weet welke informatie erin moet en voor wie deze is.
Een kinderfolder vraagt om een andere lay-out dan een folder die ook inhoudelijk gericht is op volwassenen.

Verspreidingswijze

Hier moet je al over nagedacht hebben voordat je de folder gaat maken. Ook de verspreidingswijze kan bepalend zijn hoe of de folder er uit moet gaan zien. Als je je folder in zo’n rekje wilt plaatsen in de bibliotheek dan moet je er rekening mee houden dat deze er qua grootte ook in past en dat zeker aan de bovenkant van de folder iets staat dat mensen nieuwsgierig kan maken. Steekt de folder niet boven de folder uit die ervoor staat, dan zien mensen jouw folder al niet meer omdat die afgeschermd wordt door de folder ervoor.
Kun je nog een voorbeeld  bedenken?
Zorg dat de mensen zich aangesproken voelen.

Ga je ‘m uitdelen, opsturen, op een centrale plek leggen?

Bewaartrucs

Hoe mooier een folder eruit ziet, hoeveel meerwaarde de lezer er aan toekent. Een folder op stevig papier, goed gedrukt laat nu eenmaal een andere indruk achter dan een kopietje op gekleurd papier. Toch blijft het in principe een weggooi-artikel, iets wat mensen meenemen en (later) snel even bekijken. En dàn moet die folder van jou iets hebben!

Om de bewaarfunctie meer te activeren, zijn er wel een aantal trucs die toegepast worden:

  • poster op achterkant
  • recepten
  • waardevolle tips
  • kleurplaat voor kinderen
  • kalender
  • welke trucs kun jij nog bedenken?

Het blijven kunstgrepen. Pas alleen bewaartrucs toe die functioneel zijn:

  • als ze aansluiten bij het onderwerp
  • als ze aansluiten bij het karakter van de doelgroep

Kleuren

Kleurgebruik is heel aantrekkelijk. Kleur trekt de ogen, kan iets mooier maken maar gebruik het summier. Teveel kleur leidt ook weer af en maakt druk.
Bedenk dat kleur gaat vóór zwartwit en dat warme kleuren gaan vóór koude kleuren.

Rood wordt vaak geassocieerd met gevaar, bloed en actie.
Blauw is rust, koel en zekerheid
Geel is energie en warm
Groen staat voor natuur, natuurlijk en leven (de basis)

En wat heb jij met kleuren? Welke voorkeurskleuren heb jij?
Heb je ook bepaalde kleuren in je praktijk gebruikt? En waarom heb je die keuze gemaakt? Wat zegt dat over jou? Kun je deze kleuren ook verwerken in de dingen waarmee je jezelf presenteert?
Maar let op: Zijn dit ook kleuren die passen bij jouw doelgroep(en)? Kunnen zij zich hierin herkennen?
Want jij bent weliswaar het uitgangspunt, je klanten zijn je doelgroep. Om je klanten draait het.

Vlakken

Vlakken kom je in een folder op verschillende manieren tegen:

  • als tekstvlak
  • in illustraties
  • als kleurvlakken

Houd rekening met

Blijf rekening houden met je doelgroep! Dit kan niet genoeg benadrukt worden. Je doelgroep moet zich kunnen verplaatsen in je folder en je boodschap. Heb je twee verschillende doelgroepen op het oog, maak daarom dan ook twee verschillende folders.
Als je èn huisartsen èn ‘de gewone burger’ wilt aanspreken met een folder, zal het zeker meer effect hebben als je dat naar de huisartsen anders doet dan naar de toekomstige klant. Denk alleen al aan woordgebruik en voorbeelden. Misschien ziet een folder voor huisartsen er ook veel zakelijker uit dan de folder voor de klant.

Houd dus ook rekening met wat mensen willen.
Dit is sterk vereenvoudigd  het volgende:

  • Mensen willen geen pijn.
    Zij hebben de angst om
    – geld te verliezen
    – ziek te worden
    – oud te worden
    – uitgelachen te worden
    – en wat kun jij nog meer bedenken?
  • Mensen willen juist plezier.
    Zij hebben de wil om
    – geld te verdienen
    – gezond te blijven
    – jong te blijven
    – geprezen te worden
    – en wat je nog meer kunt bedenken?

Keuzes

Nogmaals, vraag jezelf ook af òf je wel een folder wilt. In het tijdperk van YouTube, twitter en websites is het misschien relevanter om je focus en prioriteit meer te leggen bij een website of sociale netwerken. Het is heel erg afhankelijk wat je er mee wilt bereiken.
Uit onderzoek blijkt wel dat de effecticviteit van een folder vaak overschat wordt. Maar je kunt ‘m nodig hebben. Dat hangt af van je doelgroep, je boodschap, je strategie.
Veel mensen kiezen voor een èn-èn situatie. Ze hebben een website, maar toch ook een folder. Kies je hier voor, laat in ieder geval dan de folder geen kneusje worden. Zorg dat je folder er ook dan professioneel uitziet en die uitstraling heeft die bij je past en bij je doelgroep.

Voor het verschil folder-website, zie D6.0 Website.
Herken ook de overeenkomsten met bijvoorbeeld een advertorial, D4.0

Ga verder met D3.2 Koppen en bijschriften